BIJNA WINTER
Ineens is de herfst alweer bijna voorbij. Het groen is bruin.
De bladeren gevallen. De bomen kaal.
Ik huurde een kamer. In een prachtig landhuis
Dat de tijd had weerstaan. Met hoge ramen met glas in lood.
In Wenum Wiesel. Wat voor mij klonk. Als een gedicht.
Als een personage uit Harry Potter. Kortom iets magisch.
Dat viel wel mee, want samen met mij, logeerde ook een groep jonge Delftse studentes.
Waardoor de kale planken kraakte en de zachte muren zuchtte.
Alleen dompelde zij zich in de drank.
En ik mijzelf in het bos.
Wat is er mooier.
Dan baden in het bos?
In het gouden zonnelicht.
Ik voelde mij zo blij en vrij.
Bijna schuldig in corona tijd.
De natuur is ook heel mooi.
Ik liep tot dat het donker werd. Dat was al vroeg...
Hoe donker kan het buiten zijn. Kon ik maar teleporteren dacht ik.
Toch hield ik vol. Want na het donker is er altijd licht.
Ook als je telefoon is uitgevallen en je het pad niet meer kan zien.
In de ochtend vond ik een fles wijn voor mijn slaapkamerdeur.
Met een lief excuus briefje van de Delftse dames.
Ik voelde mij eventjes heel oud.
Ik heb de fles maar aan mijn dochter gegeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten